Verhalen uit het veld

Ahmed*, uit Syrië

Drie maanden geleden leerde een van onze vrijwilligers Ahmed kennen, een 30 jarige Syrische man. Hij klopte aan bij de Social Care office, waar een team van vrijwilligers mensen onder andere helpt in het voorzien van mogelijke items die mensen nodig hebben, vaak vanwege medische redenen. Ahmed wilde met één van hen praten, maar stond erop dat dit zonder vertaler gebeurde. Via een vertaalapp begon hij te vertellen: ‘Ik ben incontinent, al sinds mijn geboorte. Ik heb hier spullen voor nodig. De mensen die dit van mij weten, lachen mij uit. Ik weet niet meer waar ik heen moet, kunnen jullie mij helpen?’ Er werd hem uitgelegd dat er een hygiëne shop is en dat hij middels een ticket wekelijks naar deze shop kan gaan om zijn benodigde ‘spullen’ kon krijgen, zoals luiers en babydoekjes. Toch leek hij niet gerustgesteld. De vrijwilliger vertelde hem dat, als hij dit liever wilde, hij ook op een andere manier deze spullen kon krijgen. Samen spraken ze af dat Ahmed elke week zijn zwarte rugzak bij de office zou achterlaten. Aan het einde van de dag kon hij deze tas weer op komen halen, gevuld met de luiers en babydoekjes die hij nodig had. En zo kwam hij, elke week, zonder de angst dat mensen achter zijn incontinentie zouden komen, zonder zich te schamen.


Mariam*, uit Sierra Leone

De dag dat de Sierra Leoonse Mariam op het eiland Lesbos aankwam, was dezelfde dag dat ze beviel van haar eerste kindje. De overtocht vanuit Turkije pas net achter de rug, en een paar uur later werd kleine Promise geboren. Haar moeder, Mariam, was overweldig door de reis, het nieuwe kamp en de zorg voor haar dochtertje. Al tijdens de eerste dag in het kamp, krijgt ze luiers gebracht. Hiermee valt er een grote zorg van haar schouders. Ze vertelt: ‘Ik heb zelf geen geld, en ik kan dus zelf geen luiers kopen. Als ik de luiers niet krijg, zou ik ze simpelweg niet hebben.’ Inmiddels is Promise 5 dagen oud, en kan Mariam elke week met haar luierticket genoeg luiers en babydoekjes komen halen. Hierdoor heeft ze meer tijd om zich te focussen op haar asielprocedure en de zorg voor haar kleine dochter. Ze is dankbaar voor de praktische hulp die ze hierin krijgt. Wanneer ze nadenkt over de toekomst van haar dochter, komt er een glimlach op haar gezicht: ‘Ik wens mijn dochter een vreugdevol leven toe, dat ze mag dansen en lachen!’


Ali en Habib*, uit Afghanistan

Habib (9) is een vrolijke jongen die houdt van dansen, rappen en voetballen. Samen met zijn vader, Ali (43), is hij uit Afghanistan gevlucht. Habib is geboren met het down syndroom, en kan hierdoor niet zelfstandig naar de wc. Ali probeert in kamp zoveel mogelijk structuur aan te bieden en zo goed mogelijk voor zijn zoon te zorgen. Samen luisteren ze naar hun favoriete nummers en bedenken ze nieuwe dansjes. Elke week krijgt Ali een ticket om luiers voor Habib op te halen. Hij vertelt: ‘Het leven in kamp is vaak erg moeilijk. Het helpt me enorm dat ik elke week de spullen kan ophalen die we nodig hebben. Ik ben blij dat ik me hier geen zorgen over hoef te maken.’

Normaal gesproken krijgen baby’s/kinderen tot de 3 jaar luiers, maar in bepaalde medische/psychische gevallen kan hier een uitzondering voor worden gemaakt. Wanneer je Habib vraagt wat hij wil worden, begint hij te dansen. Zijn vader zegt trots: ‘Je zult hem op televisie gaan zien, hij wordt vast beroemd!’

*I.v.m. de privacy van de mensen die hun verhaal vertellen, zijn de namen gefingeerd.